De Meerwaardebelasting: België opent een doos van Pandora
De Belgische politiek stond de voorbije week volledig in het teken van de zogenaamde meerwaardebelasting. Ogenschijnlijk een “bescheiden” maatregel, met een tarief van 10% op de verkoop van aandelen. Maar wie even verder kijkt, ziet dat dit veel meer is dan een nieuwe heffing. Het is een symbool van een overheid die almaar dieper graaft in de portemonnee van haar burgers – én in hun vrijheid. De doos van Pandora is geopend. Vandaag 10%, morgen 20%? En vooral: welk volgend instrument zal de staat inzetten om bezit, investering en succes te controleren?
België behoort vandaag al tot de wereldtop qua belastingdruk. Volgens de recentste cijfers van de OESO bedraagt de totale fiscale druk 42,6% van het bbp, tegenover een OESO-gemiddelde van 33,9%. Daarmee staan we stevig in de top vijf van meest belaste landen, boven Frankrijk (41%) en zelfs Zweden (39%). En het wordt nog schrijnender als je naar de belasting op arbeid kijkt: voor een alleenstaande werknemer zonder kinderen bedraagt de fiscale druk 56,2% van de loonkost – het hoogste cijfer binnen de OESO. Van elke €100 die een werkgever betaalt, ziet de werknemer netto amper €43 terug.
En nu komt daar dus een meerwaardebelasting bovenop. Een nieuwe straf voor wie onderneemt, investeert en vooruit wil. Alsof de overheid elk restje economische zuurstof uit de kamer wil persen.
Het verhaal van Marc Coucke en het gemak van afgunst
Voorstanders verkopen deze maatregel als “rechtvaardig”: de sterkste schouders zouden eindelijk hun deel betalen. Maar wie zijn die “sterksten”? Neem het vaak geviseerde voorbeeld van Marc Coucke. In 2023 droeg hij maar liefst €366 miljoen aan belastingen bij, terwijl zijn vermogen rond de €1 miljard schommelt. Met dat bedrag financier je het leefloon van zo’n 24.000 mensen. En toch klinkt het refrein dat hij “te weinig bijdraagt”. Is dat rechtvaardigheid? Of ordinaire afgunst verpakt als beleid?
Coucke had, na de verkoop van Omega Pharma, makkelijk kunnen verhuizen naar Monaco of Zwitserland. Daar zou hij amper belasting betalen. Maar hij koos ervoor om in België te blijven, zijn kapitaal lokaal te investeren en jobs te creëren. Die keuze heeft hem miljarden aan potentiële winsten gekost. In een gezond land oogst zo’n keuze respect. In België: verdachtmaking en fiscale pesterijen.
Een ideologische verschuiving die ons allen raakt
De invoering van deze belasting is niet zomaar een fiscale maatregel – het is een ideologische verschuiving. Een politiek signaal dat succes, eigendom en investeringszin niet langer gewaardeerd worden, maar gewantrouwd. Dat de staat meer recht heeft op uw winsten dan uzelf. En dat is gevaarlijk. Wie denkt dat dit enkel de superrijken treft, vergist zich. De grens tussen “rijk” en “middenklasse” vervaagt snel. Volgens recente statistieken behoor je in België al tot de rijkste 10% met een netto maandinkomen van €3.500. Dat zijn geen miljonairs, maar zelfstandigen, tweeverdieners, artsen, kmo-eigenaars – de mensen die deze economie dragen.
Wat als zij morgen stoppen met investeren? Wat als ze, moe van de fiscale wurggreep, hun spaargeld naar het buitenland versluizen of simpelweg minder risico nemen? Dan storten onze groei, onze jobs, en uiteindelijk ook onze welvaartsstaat in. Want zonder die productieve klasse is er geen geld om her te verdelen.
Het pluche is belangrijker dan principes
De politieke hypocrisie rond deze maatregel is hallucinant. Dat uitgerekend Bart De Wever – historicus en jarenlang de stem van fiscale rede – deze belasting onder zijn premierschap invoert, is teleurstellend. Ik dacht dat hij de lessen van het verleden begreep. Maar blijkbaar weegt het premierschap zwaarder dan principes. Op sociale media zagen we N-VA-sympathisanten deze belasting verdedigen alsof het een overwinning was. “De regering blijft overeind!” klonk het. Alsof dat op zich een prestatie is. Wanneer je trots bent op een compromis dat je achterban net raakt waar het pijn doet, ben je het contact met de realiteit kwijt.
En het blijft niet bij deze belasting. Nauwelijks is de inkt droog, of er klinkt al geroep om een “defensiebelasting”. Ondertussen gaf de NAVO in 2024 samen meer dan $1.300 miljard uit – tien keer zoveel als Rusland. Toch moeten wij nóg meer betalen om ons “veilig” te voelen? Wanneer stopt het?
Tijd voor fiscale nuchterheid
Uiteindelijk verschillen Alexander De Croo en Bart De Wever minder van elkaar dan ze willen doen uitschijnen. Beiden hebben gebogen voor de socialistische logica om het premierschap te bemachtigen. Beiden laten toe dat economische verantwoordelijkheid ondergeschikt wordt aan politieke overleving. En beiden riskeren zo het vertrouwen van de mensen die dit land financieel dragen.
De meerwaardebelasting is meer dan een tarief van 10%. Het is een signaal dat ondernemen verdacht is, investeren een risico wordt en succes bestraft zal worden. We zijn op een hellend vlak beland – en de helling wordt steiler.
Laat ons de doos van Pandora sluiten, voor de schade onherstelbaar wordt.
Steven Arrazola de Oñate